Grutto

Nergens in Europa broeden zoveel grutto’s als in Nederland. Ze verzamelen zich bij ondiepe plassen en plas-dras weilanden. Het meest ideaal zijn vochtige, kruidenrijke graslanden met een goed bodemleven en volop insecten aan de oppervlakte. Late maaidata en kruidenrijke weilanden zijn een vereiste om jonge grutto’s kans te geven te overleven. 

Broeden

Al vanaf eind maart kunnen de eerste grutto’s een legsel hebben. De eileg loopt door tot eind mei, met de piek in de tweede helft van april. Eén broedsel per jaar met meestal 3-4 eieren. Broedduur 22-24 dagen. Grutto's hebben een onopvallend grasnest, dat wordt gemaakt in de lange vegetatie van grasland, bij voorkeur in de nabijheid van ruigere delen in het veld. Geen echte koloniebroeder, maar broedt graag in directe nabijheid van soortgenoten in verband met het opmerken en verjagen van vijanden. De jongen lopen meteen uit het nest (nestvlieders) en zijn na zo'n 24-27 dagen vliegvlug. De familie blijft dan nog zo'n 5-14 dagen bij elkaar.  

Veel grutto's vertrekken vanaf juli en vliegen vaak langs de kust naar Spanje, Portugal of Afrika om te overwinteren. Vanaf februari arriveren ze weer in Nederland. De jongen blijven een jaar lang op hun overwinteringsplek, voordat ze gaan trekken. 

Op de website van de Vogelbescherming lees je meer over de Grutto, de site van Sovon geeft actuele informatie over de populatie.

In het kort

ANV Waddenvogels coördineert en ziet toe op het weidevogelbeheer op agrarische percelen op de eilanden Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. Samen met boeren en andere deskundigen op de eilanden wordt jaarlijks bekeken op welke percelen de specifieke beheerpakketten worden ingezet.